Op het eerste gezicht stelt het gebouw niet veel voor. Je mag zeker geen mastodont van een museum verwachten. Het is een bescheiden gebouw dat de vorm van een kruis heeft. Achteraf ben ik via opzoekingen op internet te weten gekomen hoe dat komt. Niet wegens een of andere religieuze reden maar omdat de eerste vleugel (de Oseberg-vleugel) af was in 1926. Twee andere (Gokstad- en Tune-vleugel) werden voltooid in 1932. De bouw van de vierde vleugel lag stil wegens de Tweede Wereldoorlog en was pas in 1957 af.
Het museum past perfect bij de voorwerpen die er tentoon worden gesteld. De lichtinval was prachtig en gaf aan alles een serene glans.
Het grootste probleem waar het museum mee te kampen heeft is de desintegratie van de materialen. Aan de buitenkant is niets te zien, maar via scanning is waargenomen dat er van binnenuit een snelle vertering gebeurd.
Ten tijde van de ontdekkingen - 1904 voor het Osebergschip - had men niet de technieken die men nu heeft. Om snel het hout te beschermen dat werd opgegraven en opeens aan de weerelementen werd blootgesteld, gaf men een dikke beschermlaag, die spijtig genoeg wel alle originele verf verkleurde naar donker bruin.
Het hout van 1 kar was volgens de verslagen van de archeologen rood met wit en grijs geverfd. Hoe ironisch dat men ten tijde van de opgravingen zelfs nog geen kleurenfoto's kon nemen. Er bestaan wel kleurentekeningen van.
De details op het houtwerk van de verschillende tentoongestelde voorwerpen is prachtig en enorm fijn. Je kan duidelijk zien dat er verschillende technieken zijn gebruikt. Elke vakman had zijn eigen stijl. Vaak zijn er zilveren knopjes gebruikt om de graveringen te verfraaien.
Het is bijna surreëel dat de mensen die hier zo hard aan hebben gewerkt al 2000 jaar dood zijn.
In het museum lagen zelfs beenderen en tanden in perfecte staat. Van 1 krijger waren maar een paar beenderen gevonden, maar er kon heel wat uit afgeleid worden. Hij was 1m83 en is gestorven in een gevecht met meer dan 1 tegenstander. Men weet dit omdat zijn wonden niet door 1 en hetzelfde wapen zijn veroorzaakt. Hij heeft minstens 3 ernstige zwaardslagen geïncasseerd, waarvan 1 onder zijn linkerknie, 1 aan zijn rechter bovenarm en een derde slag heeft zijn rechteronderbeen boven de voet volledig doorkliefd. Men weet dat hij hieraan gestorven is omdat er geen enkel teken van herstellingsweefsel aan de beenderen is.
De beenderen van 2 vrouwen die er lagen waren dan weer zeer klein. De vrouwtjes waren rond 1m53 en leden waarschijnlijk aan artrose. De oudste was rond de 70 en liep waarschijnlijk voorovergebogen met veel pijn in gewrichten.
Wie weet het met zekerheid?
Het tijdperk van de Vikingen 800 VC - 1080 NC, blijft boeien, juist omdat er zo weinig van is af geweten. Maar toch ben ik dankbaar in het comfort van de 21ste eeuw te leven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten